NL | FR
De verwaarloosde toegangspoorten tot Brussel (edito)
De herontwikkeling van de Noordwijk tot een multifunctionele uitbreiding van het CBD krijgt langzaam vorm. Ook het station Brussel-Noord kan een opknapbeurt gebruiken. Maar vooral Brussel-Zuid, de internationale toegangspoort van de stad, staat symbool voor een schrijnend gebrek aan visie. De hele wijk lijdt onder een gemis aan coördinatie en overleg tussen de verschillende betrokken partijen, waarbij elke speler, niet het minst de NMBS, op eigen houtje lijkt te opereren. De saga rond de nieuwe hoofdzetel van de NMBS en de verkoop van verouderde kantoorgebouwen roept vraagtekens op, net zoals de aanpak van Proximus in de Noordwijk. Transparantie ontbreekt en overleg is schaars.
Nochtans spelen aantrekkelijke stationsbuurten en goed functionerend openbaar vervoer een cruciale rol in de ontwikkeling van grootsteden, zeker in het licht van duurzaamheid en mobiliteit. Collectief vervoer zonder fossiele brandstoffen vormt zonder twijfel de toekomst. Helaas is het geen pretje om via Brussel-Noord of Brussel-Zuid de stad binnen te komen. De toegang tot deze internationale stations is een stad als Brussel onwaardig. Dit probleem kan echter niet alleen op de schouders van de NMBS gelegd worden. Het vereist een gecoördineerde aanpak tussen alle betrokken partijen.
De centrale ligging van Brussel, op slechts enkele uren van steden als Amsterdam, Londen en Parijs, is een belangrijke troef. Het mag dan ook geen toeval heten dat de toestand van de treinstations in Brussel-Noord en Brussel-Zuid als heikel punt aan bod kwam tijdens de vastgoedbeurs Realty. De vastgoedsector stuurt aan op dringende maatregelen om het imago van beide stations te verbeteren en zo nieuwe investeringen aan te trekken. Ontwikkelaars staan alvast klaar om bij te dragen aan de vernieuwing van de stationswijken, met projecten zoals Move’hub van Atenor en BPI Real Estate aan het Zuidstation, en het CCN-project van AG Real Estate en Atenor aan het Noordstation.
Tal van buitenlandse voorbeelden onderstrepen de waarde van stationswijken als motor van stadsvernieuwing. In Londen ontstond bijvoorbeeld een bruisende wijk tussen de treinstations St. Pancras en King’s Cross: een schoolvoorbeeld van hoe stationsomgevingen kunnen transformeren tot bloeiende stedelijke centra. Brussel verdient hetzelfde.
Martijn Reviers
Hoofdredacteur