NL | FR
Realty 2024: ‘In Brussel is tijd onze grootste vijand’
In het debat over Brussel bleven de private actoren Adel Yahia (Immobel), Amaury de Crombrugghe (AG Real Estate), David Vermeesch (Colliers Belgium), Sophie Lambrighs (Eaglestone Belgium), Stéphan Sonneville (Atenor) en Valérie Vermandel (Whitewood) opvallend positief over de evolutie van de hoofdstad. De aanwezigheid van burgemeester Philippe Close had daar waarschijnlijk ook iets mee te maken. Aan het einde van de sessie zette Sonneville zijn pet op als voorzitter van de BVS-UPSI en haalde hij nog even uit naar de administratieve rompslomp en het moeizame vergunningenbeleid.
Een positieve weerklank kreeg de invoering van de voetgangerszone, wat resulteerde in een sterke golf van investeringen en de verhuis van bedrijven als Bank of New York, Engie en Total naar het CBD. ‘De bedrijven tonen zich bereid om de hoge huurprijzen en verschillende belastingen te betalen om hun medewerkers een unieke werkplek te bieden op een toplocatie’, klonk het.
Intensive care
‘De bashing op Brussel mag nu wel eens stoppen. Er is wel degelijk werk verzet, maar er moet inderdaad nog meer gebeuren. Tijd is onze grootste vijand’, aldus burgemeester Close. Hij benadrukte verder dat Brussel nog meer moet inzetten op zijn rol als innovatieve en vernieuwende stad door te investeren in universiteiten en andere kenniscentra.

Vooral aan het Zuidstation is er nog werk. De internationale toegangspoort tot Brussel moet dringend worden aangepakt. De Zuidwijk zou volgens Sonneville de meest aantrekkelijke zone van Brussel moeten zijn, maar bevindt zich momenteel in een ‘intensive care’-toestand, waarbij de besluiteloosheid van de NMBS over haar gebouwenpark de situatie evenmin vooruithelpt volgens Close.
Alle deelnemers aan het debat deelden de mening dat er de afgelopen jaren enorme stappen gezet zijn in de samenwerking tussen de privésector en de overheid, en dat deze weg verder bewandeld moet worden om Brussel te laten uitgroeien tot een toekomstbestendige stad.

