NL | FR
De institutionele beleggers gaan ‘off-grid’ (edito)
De massale injectie van hernieuwbare energie zorgt voor veel schommelingen op het distributienet, wat leidt tot instabiliteit. Wind en zon vormen periodieke bronnen, minder voorspelbaar dan traditionele. Bovendien worden nog steeds op grote schaal gascentrales ingezet om de stabiliteit te handhaven. De Europese Commissie benadrukt dan ook dat batterijopslag in de toekomst essentieel is om schommelingen op te vangen en black-outs te vermijden.
Montea en WDP hebben de boodschap alvast begrepen en zijn begonnen met de ontwikkeling van heuse batterijparken. In combinatie met pv-installaties en windmolens moeten ze hun eigendommen voor een groot deel onafhankelijk maken van de dure klassieke energie. Het gebruik zorgt bovendien voor een verdere verkleining van de ecologische voetafdruk en past zo volledig in hun ESG-strategie.
Een ander pluspunt is dat batterijparken een interessante nieuwe niche vertegenwoordigen, waarvan de rendementen aardig kunnen oplopen. Anderzijds hangt aan deze investeringen een prijskaartje. Ook de vergunningen kunnen parten spelen, aangezien het om omvangrijke installaties gaat met een extra milieu-impact. In Genk is de locatie voor WDP ideaal gelegen, naast een logistieke site en nabij een station van netbeheerder Elia. Voor veel andere sites is dit niet het geval, waardoor de kosten voor de installatie verder oplopen. Dit brengt de rentabiliteit in het gedrang, zeker voor kleinere ontwikkelingen.
Een ander project toont dat energieopslag ook op het niveau van de gemeenschap georganiseerd kan worden. In Dilsen-Stokkem werkt een Nederlands bedrijf aan de ontwikkeling van het grootste batterijpark van Europa, met een opslagcapaciteit die garant staat voor het verbruik van 330.000 gezinnen.
In ieder geval illustreren de voorbeelden van WDP en Montea hoe innovatie vanuit de vastgoedsector kan dienen als opschaling voor de sleutelcomponent in de toekomstige energie-infrastructuur.
Martijn Reviers
Hoofdredacteur