NL | FR
Nieuwe omgevingsvergunning biedt kans op jaren tijdswinst
Op 9 mei 2024 werd bij spoedbehandeling een wijzigingsdecreet aangenomen in de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement. Met deze wijziging beoogt de Vlaamse Regering de omgevingsvergunningprocedure ingrijpend aan te passen. De huidige wetgeving trad in werking in 2017. De toekomstige Vlaamse regering dient het wijzigingsdecreet na de verkiezingen nog te bekrachtigen, waardoor het nog niet zeker is wanneer het nieuwe decreet in werking zal treden.
De nieuwe modulaire omgevingsvergunningprocedure in Vlaanderen werd op uitnodiging van CBRE toegelicht door Joris Geens, Partner en specialist Bestuurs- en Omgevingsrecht bij GSJ Advocaten, tijdens een ‘Afterwork’-sessie op het hoofdkantoor van de vastgoedadviseur in Brussel. De jurist gaf na de inleiding door Baudouin Wolwertz van het team Capital Markets van CBRE op heldere en luchtige wijze een duidelijk inzicht in een ingewikkelde materie.
In zijn inleiding verwees hij naar de recente studie van de KU Leuven over de termijnen voor het verkrijgen van een vergunning (van 28 tot 66 maanden) en de economische kosten die vertragingen met zich meebrengen (9,4 MEUR per maand vertraging). Het vooroverleg neemt van de termijn gemiddeld twee jaar in beslag en wordt steeds belangrijker om tot succesvolle projecten te komen.
Eén modulaire basis voor alle aanvragen
Joris Geens beklemtoonde dat het met de huidige wetgeving soms voorvalt dat een project tijdens het vergunningstraject terug naar start moet en het werk van vooraf aan moet herbeginnen. Het nieuwe decreet dient om dit vermijden. De procedure wordt volledig omgegooid en modulair opgesteld. Dit betekent dat, afhankelijk van de procedures, modules aan het vergunningstraject toegevoegd kunnen worden, waardoor het niet meer nodig is opnieuw om van nul te starten. Er komt één modulaire procedure die geldt voor alle soorten aanvragen. De basis neemt 90 dagen in beslag. Daar kunnen modulair steeds 60 dagen bijkomen, onder andere voor een openbaar onderzoek, wijzigingen in het project en het oplossen van administratieve lussen.
‘Deze manier van werken maakt het voor mij bijzonder moeilijk om advies te geven aan banken inzake de doorlooptijd van een project’, benadrukt Joris Geens. ‘De termijnen kunnen immers in de loop van het traject nog verschillende keren wijzigen. In ieder geval komen de ontwikkelaars met deze manier van werken nog meer in de driver seat te zitten.’
Een andere wijziging is dat voor een milieueffectenrapport (MER-screening) het advies naar de steden en gemeenten gebracht wordt. Verder zal de Raad voor Vergunningsbetwistingen ook verantwoordelijkheid dragen voor disputen rond RUP’s, waardoor het gevaar dreigt dat de Raad opnieuw flinke achterstand oploopt in dossiers. Verklaart de overheid een dossier onvolledig, dan dient deze ook te motiveren welke stukken ontbreken, en een duidelijke termijn te definiëren. Elk dossier, onvolledig of niet, zal na een termijn van 30 dagen sowieso behandeld worden.
Omgevingsbesluit met ruimtelijke impulsprojecten
Het nieuwe decreet reikt via een omgevingsbesluit een oplossing aan inzake verouderde gewestplannen waarin de dynamiek volledig ontbreekt. ‘Er wordt nu een techniek in het leven geroepen waarmee een vergunningsbesluit kan worden uitgelokt dat afwijkt van de plannen’, verduidelijkt Joris Geens. ‘De vergunning vormt tegelijk een voorlopige vaststelling van een RUP dat nadien enkel nog formeel toegepast moet worden. Dat levert een potentiële tijdswinst van jaren op. De techniek geldt echter niet voor alle projecten. Wel voor ruimtelijke impulsprojecten, projecten van algemeen belang – zoals voor PPS – en voor het wegwerken van zonevreemde bedrijvigheid. Voor grote projecten kunnen dit zeer interessante pistes betekenen om mee aan de slag te gaan. Bovendien werd er een termijn vastgelegd van 180 dagen. Eens de vergunning bekomen, is er ook geen administratief beroep meer mogelijk.’
