NL | FR
Het administratieve moeras van Brussel (edito)
Al jaren wordt er moord en brand geschreeuwd, niet in het minst door de vastgoedsector, over de complexe structuur van Brussel, de onderliggende vetes tussen de gemeenten en de strijd met de gewestelijke overheden. Het vergunningsproces is daar het slachtoffer van, met wachttijden die flink hoger liggen dan in Wallonië en Vlaanderen. Er gaan al langer stemmen op om de gemeenten samen te voegen tot één stadsgewest om de administratieve rompslomp te vermijden en de efficiëntie te verhogen. Dat zal wellicht niet voor morgen zijn.
Toen ik vorige week de nieuwe update van Statbel onder ogen kreeg, viel ik van mijn stoel. De cijfers over de nieuwbouwmarkt in het hoofdstedelijke gewest bleken al jaren onvolledig. Het was maar een klein zinnetje in de update voor januari 2024: ‘De tabel bevat een revisie van eerder gepubliceerde cijfers voor Brussel’. De impact is echter enorm. Jarenlang werden de door het gewest afgeleverde vergunningen niet meegerekend. Het werkelijke aantal afgeleverde vergunningen in Brussel lag daardoor niet minder dan vier keer hoger dan eerder gedacht.
Het gewest publiceerde in 2022 zelf wel een ‘Overzicht van de Huisvestingsvergunningen’, waarin het alle vergunningen meenam. Maar de cijfers in die studie liepen slechts tot 2020. De ‘oude’ cijfers van Statbel suggereerden echter dat er juist de afgelopen drie jaar minder projecten in Brussel vergund raakten.
Het goede nieuws is dat er in Brussel meer nieuwbouw vergund wordt dan de sector aannam. Anderlecht vormde vorig jaar de tweede grootste nieuwbouwmarkt van het land en bleek qua omvang zelfs groter dan Antwerpen. Dit plaatst de situatie in een ander perspectief.
Het is van cruciaal belang voor de vastgoedsector om te kunnen vertrouwen op accurate gegevens bij het nemen van weloverwogen beslissingen. Meten is weten, maar met defecte meetinstrumenten kom je niet ver.
Martijn Reviers
Hoofdredacteur