NL | FR
Met de hond naar kantoor (edito)
Grote bedrijven als Salesforce, Uber, Ben & Jerry’s en Google hebben in de VS de deuren van hun kantoren geopend voor huisdieren – voornamelijk honden – om de werkplek aantrekkelijker te maken in een hybride werkomgeving. Zelfs de Europese Commissie startte vorig jaar een debat over de ‘dog policy’ voor de gebouwen van de Europese instellingen. Volgens JLL brengen werknemers tegenwoordig gemiddeld 3,1 dagen per week door op kantoor. Het toelaten van honden zou volgens de vastgoedadviseur dit aantal potentieel verhogen, wat cruciaal is in een tijd waarin thuiswerken vaak als recht gezien wordt en niet als privilege.
De trend om huisdieren mee te nemen naar het werk komt niet uit de lucht vallen. Tijdens de pandemie haalden veel mensen huisdieren in huis, de zogenaamde ‘lockdownpuppy’s’. In de VS kocht 78% van de huisdiereigenaren hun viervoeter tijdens de pandemie. Het internet staat intussen vol met tips van baasjes over hoe je je beestje het beste kunt voorbereiden op je terugkeer naar kantoor, van trainingssessies tot gesofisticeerde camerasystemen om je hond op afstand in de gaten te houden.
Met de hond naar kantoor gaan, blijkt niet alleen comfortabeler voor de baasjes, maar heeft volgens JLL ook een positieve impact op de werksfeer, het stressniveau en de sociale interactie. Niet iedereen vindt een snuffelende hond op kantoor echter even aangenaam. Het is dus een kwestie van een goed evenwicht te bewaren.
Huisdieren op kantoor passen in de trend naar een betere balans tussen werk en privéleven, gezondheid en welzijn, wat voor veel werknemers inmiddels even doorslaggevend geworden is als een aantrekkelijk loonpakket. Een fitnessruimte met sapjesbar, stille ruimtes, gezonde catering of zelfs een zwembad vormen een integraal onderdeel van een veranderende kantoorcultuur. En dan hebben we het nog niet over de binnentuinen, terrassen en rooftops. Dit alles wijst op een verschuiving in hoe bedrijven hun ruimtes en voorzieningen afstemmen op de behoeften van hun veeleisende werknemersbestand.
Martijn Reviers
Hoofdredacteur