NL | FR
Ghelamco heeft 160 MEUR aan exits in de wachtkamer
Dat meldt de vastgoedgroep naar aanleiding van de publicatie van de jaarresultaten. De geplande verkopen hebben inmiddels geleid tot een waardevermeerdering van 68,3 MEUR. Het betreft onder andere het datacenter Nexus in Zellik en de nieuwe hoofdzetel van Dematic op de site Antwerpen West op Linkeroever. Voor deze laatste werd eerder al een akkoord gesloten met Ethias.
Omzet groeit met een derde
Ghelamco zal de opbrengst van de verkopen gebruiken om de netto financiële schuldpositie van de groep te verminderen. De waarde van de activa bedraagt 2,87 miljard EUR, met een eigen vermogen van 1,138 miljard EUR, wat resulteert in een schuldgraad van 59,5% (tegenover 55% vorig jaar).
Ondanks de uitdagende marktomstandigheden slaagde Ghelamco erin de omzet met een derde te doen groeien tot 137,2 MEUR. Een actieve tweede jaarhelft zorgde deels voor een compensatie van het verlies van de eerste zes maanden waarmee de groep uitkomt op een verlies van 31,97 MEUR, vergeleken met een winst van 28,3 MEUR in 2022. Het verlies valt grotendeels toe te schrijven aan een afboeking van 25,2 MEUR aan gemaakte kosten voor het ongerealiseerde Eurostadion. Zonder rekening te houden met deze waardevermindering bedraagt het onderliggende nettoverlies 6,7 MEUR. Ghelamco Invest, dat de activiteiten in België, het VK en Frankrijk overkoepelt, boekte een positief onderliggend nettoresultaat van 39,2 MEUR.
‘Paris-proof’-product
Het management van Ghelamco meldt dat de focus op kwalitatieve en duurzame gebouwen, evenals de diversificatie naar niches zoals datacenters en life sciences, de groep betere vooruitzichten biedt voor een exit, omdat deze producten minder gevoelig zijn voor de rendementsverwachtingen van veel vastgoedfondsen. Ghelamco meent dat zijn ‘prime’ beleggingsproducten meer in trek zijn omdat het aanbod aan ‘Paris-proof’ gebouwen schaars is. Ghelamco ziet zelfs de kloof in rendementen verder toenemen tussen schaarse, kwalitatieve hoogtechnologische en energie-efficiënte gebouwen enerzijds, en het overvloedige aanbod van oude energieverslindende gebouwen met een hoog ‘stranded-asset’-risico anderzijds.