NL | FR
Kunnen innovatie en specialisatie de speelgoedwinkels redden? (edito)
Dat ettelijke speelgoedretailers het moeilijk hebben, was opnieuw duidelijk zichtbaar na het faillissement van Maxi Toys en de problemen bij Dreamland. Vorige week werd de overname van de Nederlandse keten Intertoys afgeblazen, ondanks vergevorderde gesprekken. Fun, de Belgische evenknie, balanceert op de rand van het faillissement. De keten zag zich vorige maand gedwongen om de magazijnen leeg te maken voor een totale uitverkoop om de salarissen van het personeel te kunnen betalen. Fun kampt al geruime tijd met tegenvallende resultaten en enkele winkels moesten eerder al de deuren sluiten. Bart Smit, Christiaensen en La Grande Récré verdwenen jaren geleden al van het toneel.
De speelgoedsector vormt bij uitstek een branche die onder druk staat door het groeiende succes van de e-commerce. De favoriete lectuur tijdens de Sinterklaas- en eindejaarsperiode bestaat voor veel kinderen tegenwoordig vaak uit de speelgoedcatalogus van Bol.com. Welke toegevoegde waarde kunnen traditionele speelgoedwinkels vandaag de dag nog bieden? Vaak zijn het veredelde magazijnen waar meer van hetzelfde in hoge rekken gestapeld staat.
Dat het niet allemaal kommer en kwel hoeft te zijn, bewijst het relatief jonge Belgische Fox & Cie, dat zich richt op gezelschapsspellen en duurzaam houten speelgoed. Sinds de oprichting in 2014 maakte de van oorsprong Waalse keten een ononderbroken groei door. Enkele jaren geleden breidde Fox & Cie ook uit naar Vlaanderen. Misschien duiken er met zo’n concept nog wel kansen op voor speelgoedretailers. Focussen op een gespecialiseerd aanbod, beleving en hoogwaardige dienstverlening kan het verschil maken in een verzadigde markt. Die stelling wordt alvast ook ondersteund door het succes van de flagshipstores van Lego.
Voor de vastgoedsector hoeft de sluiting van Fun trouwens geen noemenswaardig probleem te vormen. Van de 29 vestigingen bevindt zich een groot deel op toplocaties. De gegadigden staan al in de rij om deze plekken in te nemen.
Martijn Reviers
Hoofdredacteur