NL | FR
Brussel is Europese hotspot voor thuiswerk
In 2022 deed 44% van de werknemers in Brussel aan thuiswerk, een aanzienlijke stijging ten opzichte van 24% in 2019, voorafgaand aan de coronapandemie. In heel België ligt het aandeel thuiswerkers op ongeveer 34%, met een minder uitgesproken stijging van 15 procentpunten.
Opvallend is dat verschillende Belgische provincies in de top tien van Europese ‘thuiswerkhotspots’ staan. Waals-Brabant, Vlaams-Brabant, Brussel en Oost-Vlaanderen bezetten respectievelijk de vierde, vijfde, zesde en achtste plaats. Deze provincies ervaren sinds 2019 een sterke groei in thuiswerk. Andere hotspots in de ranglijst betreffen voornamelijk hoofdstedelijke regio’s en metropolen zoals Parijs, Berlijn, Dublin en Hamburg, met Stockholm aan kop.

Intensief thuiswerken in de lift
In Brussel is intensief thuiswerken, waarbij werknemers de helft of meer van hun arbeidstijd thuis doorbrengen, sterk toegenomen. In 2022 werkte ongeveer 27% van de werknemers intensief thuis, tegenover slechts 6% in 2019. In heel België valt er een stijging op te tekenen van 10 procentpunten, tot 17%.
Dit fenomeen doet zich vooral prominent voor bij grote ondernemingen met meer dan 250 werknemers (18%), maar ook bij kleine bedrijven met een tot vier werknemers (31%) wordt er veel thuis gewerkt. Dit is logisch, gezien deze vaak bestaan uit individuele zelfstandigen.
Thuiswerken komt voornamelijk voor bij alleenstaanden of koppels, al dan niet met kinderen. Het is minder gebruikelijk bij werknemers die bij hun ouders wonen of in speciale woonstructuren zoals cohousing.
Ambtenaren en bedienden
De grootste groei in thuiswerk was te zien bij hoger opgeleiden, met een gemiddelde stijging van bijna 27 procentpunten. Onder managers en intellectuele beroepen werd al voor de crisis intensief aan telewerk gedaan. In 2022 groeide het aandeel in deze categorie tot 30%. Een op de vier werknemers in een administratieve functie werkt frequent vanuit huis. Bij bedienden steeg het algemene aandeel van 3% naar bijna 21%. Onder ambtenaren doet nu bijna een op de vijf intensief aan thuiswerk, een stijging van 9% in 2019. Vrouwen (19,5%) doen iets meer aan thuiswerk dan mannen (17,7%), maar de toename was voor beide geslachten ongeveer gelijk (+11 procentpunten).
BISA benadrukt dat er nog ruimte is voor toename van thuiswerk, vooral onder occasionele thuiswerkers. Beperkingen liggen vaak bij een ongeschikte woning, de behoefte aan sociaal contact of restricties vanuit de bedrijfshiërarchie.

